Die momenten van Hollands geluk. Huub van der Lubbe koestert ze, nu het nog kan. Een nazomeravond op het balkon, met een glas wijn en het bronsbruine gezicht van zijn geliefde. Hij weet: Het is nu, nu of nou. Dit is maar één keer. Dit nu is er maar eens – eens en nooit weer.
De poëzie van elke dag. Heel dierbaar, heel dichtbij. Niemand doet dat mooier dan De Dijk. Hun liedjes zijn de soundtrack van ons straatbeeld.