Hij werd geboren in Nederland, groeide op in Azië en daardoor bracht hij het grootste deel van zijn jeugd in Bangkok en Phnom Penh door en zijn tienerjaren in Kathmandu. Met zijn muziek verbindt Kim Janssen herinneringen van Loi Krathong nachten, aardbevingen en politieke onrust met een huiselijk beeld van voortuinen, verjaardagsfeestjes en Chinese restaurants.
Op zijn laatste album Cousins heeft hij zich laten inspireren door Sufjan Stevens, terwijl tijdens de wat stevigere rockmomenten The National een duidelijke referentie is. Folkmuziek heeft plaatsgemaakt voor grootser gearrangeerde, bijna symfonische pop, wat overweldigend moet zijn op zo’n kleine locatie.